In de Bewaerschole te Haamstede presenteert beeldend kunstenaar Carina Diepens een surrealistische installatie die zij speciaal voor deze ruimte heeft gemaakt. Er staat een grote rechthoekige tafel met daarop een lang tafelkleed van geweven linnen stof en een kluwen van kristallen kroonluchters die in zwarte stof zijn ingenaaid. Een vrouw op een stoel voor de tafel trekt draden uit het linnen kleed dat zij op die manier langzaam maar zeker deconstrueert. De monotone handeling van armen en handen, en het vallen van de losse draden
vormen een constante beweging in de ruimte. Emotieloos en in zichzelf gekeerd verricht de vrouw haar obsessieve handelingen in een continu en gestaag ritme. Een vervreemdende installatie vol innerlijke tegenstrijdigheden, die Carina Diepens een ‘living sculpture’ noemt.
Living sculptures
In de living sculptures van Carina Diepens is sprake van een continue, monotone handeling zonder begin of einde. Ze houden daarom het midden tussen een installatie (die in zijn soort statisch van karakter is) en een performance (waarin de beweging op basis van een begin- en eindscript wordt uitgevoerd). Theatrale kwaliteiten hebben haar living sculptures evenzeer, ook al zijn ze non-verbaal en daarmee weer geen echt theater.
Haar sculpturale beelden bouwen een spanningsboog tussen object en subject, tussen het intieme en het afstandelijke, het levenloze en het beweeglijke. De levende mens doet in de werken van Carina Diepens in eerste instantie nogal levenloos aan. Geleidelijk aan echter wordt een beeld opgeroepen waarin de dode materie langzaamaan tot leven lijkt te komen. De aldus ontstane beelden verwarren, scheppen onbehagen en dagen uit. Er wordt een confrontatie aangegaan met het publiek waarbij een beroep wordt gedaan op zijn rol en waarneming bij het benaderen van het werk. Eigenlijk zijn het werken die je vooral zelf moet ervaren. De toeschouwer voelt zich outsider en getuige van datgene wat zich voor hem afspeelt. Soms zelfs voelt hij zich medeplichtig aan het getoonde door niet in te grijpen. In haar living sculptures besteedt Carina Diepens veel aandacht aan de aankleding van de uitvoerenden, die zich vaak in overalls of veelkleurige balen textiel hullen. Voor haar is kleding onmisbaar om persoonlijkheid, sociale status en functie uit te drukken. Daarnaast is de keuze van setting en locatie van groot belang.
Deconstructie
De serene ruimte van de Bewaerschole met haar ideale maatvoering en prachtige licht, gaf Carina Diepens inspiratie om te werken met kroonluchters in een speciaal daartoe opgezet ‘living sculpture’. De kristallen kroonluchters zijn echter als een soort tegenstrijdigheid in zwart katoen door Diepens ingepakt, waarmee het licht is weggenomen. ‘Lampblack’, de titel van deze tentoonstelling, refereert daaraan. Tegenstrijdig is ook de monotone handeling van de vrouw die een linnen lap ontrafelt zonder aanwijsbaar doel of functie.
Het idee om kroonluchters in te pakken, ontstond bij de kunstenaar naar aanleiding van het fenomeen dat vrouwen in sommige landen hun juwelen in stof innaaien op het moment dat ze weduwe worden. Op die manier kunnen ze die toch dragen, want de schittering ervan wordt weggenomen als teken van hun verdriet. Nu de kroonluchters als een kluwen lampen ingepakt op tafel liggen, zijn ze niet meer als zodanig als kroonluchter herkenbaar; ze vormen eerder een abstract beeld. In hun gedeconstrueerde vorm geven ze daarnaast blijk van het destructieve proces dat ze hebben moeten ondergaan. Interessant is ook het proces in de tijd dat zich in de living sculpture in de Bewaerschole afspeelt: naarmate de vrouw aan tafel de linnen lap verder ontrafelt, wordt de afstand tussen haar en de gedeconstrueerde kroonluchter almaar kleiner. Zo ontstaat een verschuiving van beweging in het beeld.
Etienne Boileau 2010