Roerloos

 

Carina’s werkmethode heeft veel weg van het editen van een film. Gedachteframes, persoonlijke ervaringen, geziene beelden, tijd en ruimte opgeslagen in het geheugen vormen daarbij de basiselementen. Snijdend en splitsend wordt een werk ontwikkeld en wanneer de verzamelde beelden worden vergeleken en de structuur vorm begint te krijgen door het ordeningsproces leidt dit langzaam tot een vorm.

Een eerste confrontatie met het werk van Carina Diepens, met name de Living Sculptures maar ook haar vroegere installaties kunnen overweldigend zijn. Het beeld zit direct verankerd in je hoofd.  Het is de combinatie van een theatrale visie, de rijkheid van de gebeurtenissen, en het onmerkbaar in elkaar overgaan van de niet-lineaire scheiding en de diepere samenhang.

Gebruikmakend van  niet realistische, naar het surreële neigende beelden, ontwikkelde Carina Diepens in de loop der tijd een kruising tussen theaterpose en sculptuur waarin enscenering, bewegingen en stemmingen bedoeld zijn om tot een eenheid te voegen. De acteurs bewegen met de gedragenheid van een kerkritueel dat doet denken aan de gestiek en de rituele elementen gebruikt in het Chinese hoftheater of het Japanse Noh en Kabuki. Een meer hedendaagse parallel is o.a. het onsamenhangende mysticisme van Samuel Beckett en de vertaling ervan in prachtige toneelstukken.

Andere voelbare invloeden zijn te vinden binnen de wereld van de experimentele dans van bijv. de Amerikaanse Loie Fuller die in de late 19de eeuw zichzelf insmeerde met radium om licht te geven en te worden en de surrealistische en soms macabere tendensen in het werk van de Duitse Pina Bausch.

In mijn herinnering komen de ook vroege theaterexperimenten van de Amerikaan Robert Wilson  waarin hij acteurs – geinspireerd op slow motion films - zeer eenvoudige taken liet uitvoeren op een zo extreem langzame wijze.

De termen Sissyphusarbeid en monnikenwerk zijn herhaaldelijk gebruikt  om de acties van de Living Scultpures te beschrijven. Maar deze termen kunnen niet de broosheid en de visuele kwetsbaarheid duiden.

Carina Diepens werkt vanuit haar eigen intuïtieve waarneming en brengt dan het verdere onderzoek op gang om het oorspronkelijke beeld om te zetten in een collectief beeld. Ze werkt zo vanuit een solitaire ervaring naar een collectieve presentatie toe. Zij creeert situaties die de toeschouwer dwingt tot betrokkenheid, dwingt tot het ontrafelen van het waargenomene en dwingt tot het ondervragen van wat het precies is waarmee ze geconfronteerd worden zowel fysiek als conceptueel, daaraan toegevoegd het bewustzijn dat ook anderen zich in de ruimte bevinden.

In die context hebben de Living Sculptures meer een sociale vorm dan een solitaire contemplatieve. De ervaring van het kijken wordt een daad van deelname. Diepens installaties worden gezien en ervaren door bezoekers die dezelfde ruimte betreden met anderen, maar die zo lijkt het, zichzelf desondanks  alleen voelen. Maar het heeft ook te maken met de wijze waarop de figuur zich bevindt in een in zichzelf gekeerde isolatie met een monomane handeling als taak.

 

Diana Franssen 2007